Taal-Onderzoek-Journalistiek-Blog

TOJ-Blog  voor taal(kunde), onderzoek en journalistiek. Nieuws en informatie over deze onderwerpen.

Omgekeerde binnenstebuiten trui van Hugo

Op de laatste dag van februari 2014 overleed de wiskundige en taalkundige Hugo Brandt Corstius. De herinnering aan ABC, zoals wij, studenten aan de UvA, Algemene Taalwetenschap,  hem noemden gaat terug tot de jaren tachtig. Hij kon wel grinniken om de verkorting ABC en varieerde erop met Antimens of ATW’er. Net zoals het hem uitkwam.
Op maandagmiddag zaten we klaar voor zijn werkgroep. Dat  waren colleges over algebraïsche taalkunde, computerlinguïstiek waarbij hij zijn boeken over deze thema’s  ‘gebruikte’.  Met piefjes in de vorige zin, omdat hij aan studenten de keuze liet: ga ertegenin, schop ertegenaan, probeer het met a’tjes, b’tjes en c’tjes. Reken uit, pas toe en fileer opnieuw. Brandt Corstius hield van dwarsdenken.
Als opdrachten werkten we omgekeerde woordenboeken uit. Van de rubricering van  woorden die op dezelfde combinaties eindigen, weken we af. We ‘misbruikten’ het Retrograde woordenboek van het Nederlands van Nieuwborg.   Samen met ABC en de alfa-informaticus van wie ik de naam vergeten ben,  gingen we op zoek naar het algoritme. Uit die tijd stamt ook  Hugo’s Opperlandse Taal- en Letterkunde (1985). Wat hebben we gelachen om de A-spraak, een tekst waarin uitsluitend woorden met a’s voorkomen! En dat in een lopend verhaal. Voor wie wil leren schrijven een prima oefening, overigens.
Het anders en omgekeerd ‘zijn’ van ABC kreeg letterlijk een gezicht op die maandagmiddag rond 15.00 uur in de winter van 1985. Hugo kwam zoals altijd gehaast én te laat binnen. De werkgroepstudenten zaten in de starthouding in een lokaal op de derde verdieping van het Bungehuis aan de Spuistraat in Amsterdam. Op het programma presentatie van papers van werkgroepleden, van wie ik er een was.  Maakte aanstalten om mijn verhaal over de systematiek van Piet Paardekoopers Beknopte ABN-syntaksis,  te beginnen.   Waarop Brandt Corstius zijn jasje uittrok. Met een wegwerp gebaar belandde het kledingstuk op een tafeltje vooraan. Sprak de woorden: “Gòt  Piet,  tiep toch!”, doelend op het met composer samengestelde boek van Paardekooper. Meteen was een palindroom geboren. Daarop had hij vast zitten broeden.
Piet en Hugo als Siamese taal(kunde)tweelingen:  Paardekooper maakte MMS-meisjes in het begin van zijn loopbaan het leven zuur door hen vele opstelopdrachten te geven. Zijn adagium was: “Schrijven moet je leren door het te doen. Je kunt ook niet leren boksen uit een boekje.” Brandt Corstius schreef zich achterover voor kranten, weekbladen en tijdschriften. “Never a dull moment!”
Waar Hugo te keer ging tegen roomse gluipkoppen als Cornelis Verhoeven en de Eichmannen van de jaren tachtig stereotypeerde, zoals hij Onno Ruding aanduidde, zo stuurden de Belgen Paardekooper twee keer het land uit, omdat hij radiopraatjes hield onder de titel  “Er zijn geen Belgen.” Piet wilde ook grote Nederlandse bedrijven  boycotten (!) omdat ze in het Engels reclame maakten. Kom daar anno 2014 nog eens om.
Bij het spreken van de laatste woorden over mijn Paardekooper paper, reageerde Hugo met de woorden: “Dat is nog eens grammatica zonder tranen!” Op dat moment zag ik de trui van Brandt Corstius: het merkje  zat recht onder zijn kin. Waarschijnlijk had hij inderhaast zijn Noorse kledingstuk voorzien van elandmotieven de vorige dag van onder naar boven uitgetrokken. De omgekeerde, binnenstebuiten trui  van Hugo als metafoor voor een grote wis- en taalkunstenaar.

Paardekooper_PKK_014 Hugo-Brandt-Corstius_PKK_014
Piet Paardekooper                        Hugo Brandt Corstius

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.